-
1 als bewijs aanvoeren
als bewijs aanvoerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als bewijs aanvoeren
-
2 belichamen
-
3 belichaming
-
4 hoofdrol
♦voorbeelden:1 een hoofdrol hebben/spelen (in) • have a leading part (in), feature as a star (in)de hoofdrol spelen • play the leading part, be the leading man/ladyeen film met X. in de hoofdrol • a film starring/featuring X. -
5 ze
ze1 [subjectsvorm 3e persoon vrouwelijk enkelvoud] she2 [informeel] [objectsvorm 3e persoon vrouwelijk enkelvoud] her3 [subjectsvorm 3e persoon meervoud] they4 [objectsvorm 3e persoon meervoud] them5 [als loos object] 〈zie voorbeelden 5〉♦voorbeelden:II 〈 onbepaald voornaamwoord〉1 [men] they♦voorbeelden: -
6 die
1 [om iemand/iets aan te wijzen] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)2 [als terugwijzing] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)♦voorbeelden:1 heb je die nieuwe film van Godard al gezien? • have you seen this new film by Godard?die grote of die kleine? • the big one or the small one?die stem van hem • that voice of hisniet deze maar die (daar) • not this one, that onedat meisje met die groene jurk • that girl in the green dressdie en die • so and so, such and suchop die en die dag • on such and such a daydie griet is gek • she's a nutcasedie tijd is voorbij • those times are overken je die? • do you know him/her?wie? die met die lange haren • who? the one with the long hairdie van mij/jou/hem/haar/ons/jullie/hen • mine/yours/his/hers/ours/yours/theirsze draagt altijd van die korte rokjes • she always wears (those) short skirtsken je die van die Belg die … • do you know the one about the Belgian who …?dat zijn van die rare mensen • they're such odd peoplemet alle gevolgen van dien • with all that that entailsdie is goed • that's a good onehet is een rare vent, die Jan • he's a strange guy, Jan iso, die! • oh, him/her!waar is je auto? die staat in de garage • where's your car? it's in the garagewas Jan er ook? nee, die moest werken • was Jan there? no, he had to workdie zit! • bullseye!, touché!〈 informeel〉 die Jan toch • that Jan!1 the♦voorbeelden:hij heeft zijn werk gedaan met die nauwkeurigheid die je van hem mag verwachten • he has worked with the accuracy one has come to expect from him1 [antecedent nog niet geheel bekend] that ⇒ 〈 persoon ook〉 who, 〈 als voorwerp ook〉 whom, 〈 zaak ook〉 which, 〈 zonder onderwerp vaak ook onvertaald〉♦voorbeelden:de kleren die u besteld heeft • the clothes (that/which) you orderedde man die daar loopt, is mijn vader • the man (that's/who's) walking over there is my fatherde mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk • the people (who/that) I talk to are very nicedezelfde die ik heb • the same one (as) I've goter is hier iemand die u wil spreken • there's somebody here (who/that) wants to see youniemand die het weet • nobody knows2 zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo • his wife, who's a doctor, drives a big Volvo -
7 gek
gek1〈de〉3 [komisch persoon] clown4 [vaak in samenstellingen] [iemand met een bijzondere voorkeur] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:iemand voor de gek houden • pull someone's leg, make a fool of someoneiemand voor gek laten staan • make someone look a fooliemand voor gek zetten • make a fool of someone3 voor gek lopen • look absurd/ridiculous4 hij is een boekengek • he's book-mad/a book nut————————gek2♦voorbeelden:1 ben je nu helemaal gek geworden! • have you gone out of your mind?, have you taken leave of your senses?je lijkt wel gek • you must be mad/crazy〈 figuurlijk〉 het is om gek van te worden • it is enough to drive you mad/crazy/ 〈 informeel〉 up the wallgek zijn/worden • be/go mad/crazyhij is hartstikke gek • he's (stark) raving mad, he's (completely) nuts/crackersgek van angst • crazy with fearben je gek! • you're/you must be kidding/jokinghij is er gek genoeg voor • he's mad enough to (do it), I wouldn't put it past himhij deed of hij gek was • he pretended not to noticeje zou wel gek zijn als je het niet deed • you'd be silly/ 〈 sterker〉crazy/mad not to (do it)〈 informeel〉 die is gek! • you must be kidding!dat lijkt me niet gek • that doesn't sound at all badhet wordt hoe langer hoe gekker • this is just getting worse (and worse)geen gek figuur slaan • not look bad, make a good impressionop de gekste plaatsen/tijden • in the oddest/most unlikely places, at the oddest times/momentser gek uitzien • look ridiculousgek genoeg • oddly/strangely enoughniet gek, hè? • not bad, eh?dat is te gek om los te lopen • that's too ridiculous for wordshet gekke van de zaak/kwestie is • the funny thing ishij is gek op die meid • he's crazy about that girlII 〈 bijwoord〉2 [+ niet] (not) all that♦voorbeelden:1 je kunt het zo gek niet bedenken of hij heeft het wel • you name it, he's got itdoe maar gewoon, dan doe je (al) gek genoeg • just be your normal idiotic selfdoe niet zo gek • don't act/be so sillyergens gek van opkijken • really be surprised by something -
8 iets
iets1〈 het〉♦voorbeelden:1 een mysterieus iets • something mysterious, a mysterious somethingdat is een vervelend iets • that is a nuisance————————iets2〈 bijwoord〉1 a bit/little ⇒ slightly♦voorbeelden:we moeten iets vroeger weggaan • we must leave a bit/slightly earlier————————iets32 [een ding in meer bepaalde opvatting] something ⇒ 〈in ontkennende/neutraal vragende zinnen〉 anything3 [een beetje] something ⇒ a little/bit♦voorbeelden:hij heeft iets • 〈 ondefinieerbare kwaliteit〉 he has something about him; 〈 irritatie〉 something's bothering him; 〈 ziekte〉 something's the matter with himiets lekkers/moois • something tasty/beautifulze heeft iets met hem • she's got something going with himals er iets is dat ik haat • if there's one thing I hatedaar zit iets in • there's something in/to thatiets dergelijks • something like that/of the sortdat is iets anders • that's something else/different; 〈 figuurlijk〉 that's another/a different matteren dan (is er) nog iets • and another thingik hoorde zo iets • I was told as much, I heard something to that effectzo iets heb ik nog nooit gezien • I have never seen anything like iter is ook nog zo iets als • there is such a thing aszo iets doet men niet • that's not done‘Bedoel je X?’ ‘Zo iets, ja’ • ‘Do you mean X?’ ‘Something like that’(echt) iets voor jou • 〈het zal je aanstaan; ook schertsend〉 that would suit you, that's (right) up your street; 〈 van jou te verwachten〉 that's just like youbeter iets dan niets • something is better than nothing -
9 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
10 eenling
♦voorbeelden: -
11 schaap
♦voorbeelden:zijn schaapjes op het droge hebben • avoir du foin dans ses bottesschapen houden • élever des moutons3 onnozel schaap! • pauvre nigaud!¶ arm schaap! • pauvre chat(te)! -
12 verkeerd
♦voorbeelden:aan de verkeerde kant uitstappen • descendre du mauvais côtéhet verkeerd aanpakken • s'y prendre maliemand verkeerd aanpakken • prendre qn. à rebrousse-poiler verkeerd aan doen te • avoir tort deals er iets verkeerd gaat • en cas de malheurhet komt verkeerd uit • ça tombe malhet loopt verkeerd af • ça tourne maliets verkeerd uitspreken • prononcer mal qc.verkeerd verbonden zijn • s'être trompé de numéroiets verkeerd verstaan • comprendre qc. de travershij was in de oorlog verkeerd • il était du mauvais bord pendant la guerrede verkeerde voorhebben • se tromper de personne→ link=persoon persoonje hoed staat verkeerd • ton chapeau est de travers -
13 ingaan
1 [binnengaan] go in(to)2 [komen in] go/come in(to) ⇒ enter4 [positief reageren] agree with/to ⇒ comply with5 [beginnen] take effect♦voorbeelden:de geschiedenis ingaan als … • go down in history as …zijn vijftigste jaar ingaan (van persoon, krant enz.) • enter one's fiftieth yeareen weg ingaan • turn into a roaduitgebreid ingaan op • consider at lengthniet ingaan op (een vraag/probleem) • take no notice of (a question/problem)niet ingaan op iemands bezwaren • brush aside someone's objectionser dieper op ingaan • go more deeply into itniet verder op een zaak ingaan • let a matter dropik ging er maar niet verder op in • I didn't pursue the matterop een uitnodiging/weddenschap ingaan • accept an invitation/a betniet ingaan op (een verzoek/suggestie) • refuse a request, not fall in with a suggestionop een aanbod ingaan • accept an offerde huur gaat de eerste van de maand in • the rent will run from the first of the monthde regeling gaat 1 juli in • the regulation is effective as of July 1stde verlaging is al ingegaan • the decrease is already in effectingaan tegen • run counter to -
14 ophouden
♦voorbeelden:maar daar houdt de overeenkomst op • but here the similarity endsde straat hield daar op • the street ended there(plotseling) doen ophouden • break offdan houdt alles op • then there's nothing more to be said/there's no point in going onsteeds even ophouden • keep stoppingniet halverwege ophouden • go the whole hogplotseling ophouden • break offwaar ben je opgehouden? • where did you leave off?ze hield maar niet op met huilen • she (just) went on and on cryingophouden met gokken/roken • give up/stop gambling/smokinghet is opgehouden met regenen • the rain has stoppedeven ophouden met werken/praten • pause (in one's work/speech)ophouden te bestaan • cease to existzonder ophouden • without stopping, continuouslyhij heeft tien uur zonder ophouden gewerkt • he worked ten hours at a stretchniet van ophouden weten • not know when to stophou op! • stop it!, cut it out!laten we erover ophouden • let's leave it at thatals hij eenmaal begint weet hij niet van ophouden • once he gets going there's no stopping himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omhooghouden] hold up3 [openhouden] hold open4 [tegenhouden] hold (up)6 [op het hoofd houden] keep on♦voorbeelden:de schijn ophouden • keep up appearances3 hou die zak eens op • hold that bag open, will you?5 iemand niet langer ophouden • not take up any more of someone's time, not keep someone any longerdoor mist/noodweer opgehouden • fogbound, stormboundhet schip werd opgehouden • the ship was detainedhet verkeer ophouden • hold up/delay trafficdat houdt de zaak alleen maar op • that just slows things downik houd je toch niet op, hè? • I'm not keeping you, am I?ik werd opgehouden • I was delayed/held upIII 〈wederkerend werkwoord; zich ophouden〉♦voorbeelden:zich verdacht ophouden • loiter with intentzich ophouden bij het huis • hang around the housezich in verdachte kringen ophouden • move in dubious circleszich niet met politiek ophouden • not be concerned with politicszich altijd ophouden met • go about with, hang around with -
15 schaap
1 [dier] sheep2 [weerloos persoon] lamb3 [onnozel persoon] silly thing/billy♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 als er één schaap over de dam is, volgen er meer • if one sheep leaps over the ditch, all the rest will follow2 arm schaap! • (you) poor thing!, (you) poor lamb! -
16 zullen
1 [moeten] shall♦voorbeelden:II 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter vorming van de toekomende tijd] 〈 1e persoon〉 shall; 〈 2e en 3e persoon〉 will; 〈 voorwaardelijk〉 should, would♦voorbeelden:maar het zou nog erger worden • but worse was yet to comedat zul je nu altijd zien! • isn't that (just) typical!wat zou dat? • so what?, what's that to you?zou je ze niet? • don't you just love 'em?2 zou je denken? • do you think (so)?als ik het kon, zou ik het doen • I would (do it) if I couldzou je niet eens naar bed gaan? • isn't it (about) time you went to bed?het zal je gebeuren! • imagine it was you!hij zou fraude gepleegd hebben • he is said to have committed frauddat zal vorig jaar geweest zijn • that would be last yearmen zou menen (dat) • one would think (that)het zal je eigen kind maar wezen! • imagine it was your own kid!wie zal het zeggen? • who's to say?, who can say?zou hij ziek zijn? • can he be ill/sick?het zou wat • big deal, so what -
17 lid
1 [persoon die deel uitmaakt van een groep, vaak in samenstellingen] member3 [wiskunde] term4 [paragraaf] paragraph♦voorbeelden:1 het aantal leden bedraagt … • the membership is …lid van een firma • a partner in a firmlid van de gemeenteraad • (town) councillorlid van de Kamer • BMember of Parliament, M.P.hij werd verkozen tot lid van de Raad/van het Parlement • he was elected onto the Council/to Parliamentbetalend lid • sustaining memberbuitengewoon lid • associate (member)geregistreerd/stemgerechtigd lid • card-carrying/voting memberdeze omroep heeft/telt 500.000 leden • this broadcasting company has a membership of 500,000niet-studenten kunnen geen lid worden • non-students are not eligible for membershiplid worden van • join, become a member oflid voor het leven worden • become a life memberlid zijn van de bibliotheek • belong to the libraryals lid bedanken • resign one's membershipiemand als lid schrappen/royeren • strike someone's name from the booksals lid toelaten • admit to membershipbeëdigd worden als lid van • be sworn in as a member ofzich als lid aanmelden/opgeven • apply for membershiphet (mannelijk) lid • the (male) memberhij beefde over al zijn leden • he trembled in every limb/all overhij heeft een ziekte onder de leden • he has a disease¶ een ontwrichte elleboog in het lid plaatsen/zetten • put back/ 〈 medicijnen, geneeskunde〉 reduce a dislocated elbow -
18 pest
♦voorbeelden:dat is nou juist de pest! • c'est bien là le hic!de pest aan iemand hebben • ne pas pouvoir blairer qn.de pest aan iets hebben • avoir qc. en horreurhij heeft er de pest over in • ça le fait râlerik snap er geen pest van • je n'y comprends que dalleik zie geen pest • je n'y vois que dalleik vind er geen pest aan! • c'est la barbe!iemand mijden als de pest • fuir qn. comme la pesteiets haten als de pest • haïr qc. comme la pestezo lui als de pest zijn • être tire-au-flanc -
19 bewijs
♦voorbeelden:het overtuigende bewijs van iets leveren • establish conclusive proof of somethingwaterdicht bewijs • solid evidencehet bewijs leveren (dat/van) • produce evidence (that/of)een bewering met bewijzen staven • substantiate a statementals bewijs overleggen • produce in evidenceeen bewijs van moed • a sign of courage3 betalingsbewijs • proof of payment, receiptbewijs(je) van de dokter • doctor's certificatebewijs van lidmaatschap • membership cardbewijs van storting/ontvangst • receiptbewijs van toegang • admission ticket, passeen bewijs afgeven • issue a certificate -
20 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as
См. также в других словарях:
Persoon — Persoon, Christian Hendrik, Mykolog, geb. 1755 in Kapstadt, gest. 17. Febr. 1837 in Paris, studierte in Leiden und Göttingen Medizin und Naturgeschichte und lebte dann als Arzt in Paris. P. schuf das erste wissenschaftliche System der Pilze und… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Persoon — Christian Hendrik Persoon Christian Hendrik Persoon (* 1. Februar 1761 in Südafrika; † 16. November 1836 in Paris) war ein Mykologe und Botaniker. Sein offizielles botanisches Autorenkürzel lautet „Pers.“ … Deutsch Wikipedia
Christiaan Hendrik Persoon — Christian Hendrik Persoon Christian Hendrik Persoon (* 1. Februar 1761 in Südafrika; † 16. November 1836 in Paris) war ein Mykologe und Botaniker. Sein offizielles botanisches Autorenkürzel lautet „Pers.“ … Deutsch Wikipedia
Christian Hendrik Persoon — (* 1. Februar 1761 in der Kapkolonie; † 16. November 1836 in Paris) war ein Mykologe und Botaniker. Sein offizielles botanisches Autorenkürzel lautet „Pers.“ … Deutsch Wikipedia
Zystidenrindenpilze — Kiefern Zystidenrindenpilz (Peniophora pini) Systematik Abteilung: Basidienpilze (Basidiomycota) … Deutsch Wikipedia
Mykologe — Vertreter der Pilze Einige Speise und Giftpilze Mykologie ist die Wissenschaft von den Pilzen. Zu den Pilzen gehören die Abteilungen der Schlauchpilze (Ascomycot … Deutsch Wikipedia
Pilzkunde — Vertreter der Pilze Einige Speise und Giftpilze Mykologie ist die Wissenschaft von den Pilzen. Zu den Pilzen gehören die Abteilungen der Schlauchpilze (Ascomycot … Deutsch Wikipedia
Franz Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Junghuhn — Fr. Junghuhn. Titelbild zum Aufsatz Franz Wilhelm Junghuhn von A. Wichmann. In: Petermanns Mitteilungen aus Justus Perthes Geographischer Anstalt, 55. Band 1909, Tafel 37 (gegenüber S. 297) … Deutsch Wikipedia
Zitterlinge — Goldgelber Zitterling (Tremella mesenterica) Systematik Abteilung: Basidienpilze (Basidiomycota) … Deutsch Wikipedia
Amberboa — Bisamblumen Duftende Bisamblume (Amberboa moschata) Systematik Ordnung: Asternartige (Asterales) … Deutsch Wikipedia